Beschermende factoren* die de invloed van risicofactoren kunnen beperken.
“We weten dat ‘beschermende’ factoren, zoals kennis over opvoeding bij de ouder, praktische en emotionele steun vanuit het sociale netwerk, een veilige hechting en grote betrokkenheid van de gemeenschap een positieve invloed hebben op de gezonde start van een kind. In een integrale aanpak is aandacht voor deze factoren van belang, omdat de gunstige effecten van een gezonde start verder reiken dan de periode rond de geboorte. Een goede start draagt, gedurende het gehele leven, bij aan betere lichamelijke en psychische gezondheid” (Bron: Kansrijke start).
Ook bij beschermende factoren geldt dat ze gewogen moeten worden in de context. Niet elke beschermende factor uit onderstaande lijst heeft in elk gezin een beschermende werking en kan zelfs een risicofactor worden. Bijvoorbeeld ‘de aanwezigheid van beide biologische ouders’ of ‘participerend in of betrokken bij een sociale gemeenschap, bijvoorbeeld buurt, kerk’ zijn niet per definitie beschermende factoren, omdat het afhankelijk is van de kwaliteit van de partnerrelatie en de sociale gemeenschap.
Kindfactoren (baby/peuter):
- ‘makkelijk’ temperament (lokt positieve aandacht uit en genereert positieve relaties)
- goede gezondheid
Ouderfactoren:
- fysieke gezondheid
- mentale gezondheid en goede emotieregulatie
- innerlijke overtuiging invloed te hebben op de situatie (interne locus of control)
- goede opleiding (meer kans op werk en stabiel inkomen)
- vertrouwen in het eigen vermogen tot het nemen van goede besluiten om een doel te bereiken
- effectieve coping (vaardigheden om moeilijke situaties het hoofd te bieden)
- ‘oudere’ moeder (meer kans op een stabiel inkomen en steunbronnen)
- positieve ervaringen vanuit de eigen geschiedenis die het ouderschap positief beïnvloeden
Gezinsfactoren:
- klein gezin (minder dan 4 kinderen, minder financiële druk, lagere stressniveaus)
- aanwezigheid van beide biologische ouders
- stabiele en steunende partnerrelatie (goede communicatie)
- warm gezinsklimaat en onderlinge betrokkenheid
- positieve en ondersteunende ouder-kindinteractie
- ouders creëren een stimulerende omgeving
- ‘support’ (praktisch en emotioneel) vanuit het sociale netwerk, inclusief familie
- stabiel en voldoende inkomen
- goede, passende en stabiele huisvesting
Omgevingsfactoren
- participerend in of betrokken bij een sociale gemeenschap, bijvoorbeeld buurt, kerk
- steunend contact met andere beschikbare volwassenen, bijvoorbeeld kinderopvang, familie, buurt
- veilige buurt en woonomgeving
- goede kwaliteit van kinderopvang
- positieve ervaring van de baby/peuter met leeftijdgenootjes, bijvoorbeeld in de kinderopvang
- kwalitatief goede en toegankelijke sociale voorzieningen, medische en geestelijke gezondheidszorg
*Bron: Benzies & Mychasiuk (2008) Fostering family resiliency. Child and Family Social Work 2009, 14, pp 103-114